De schenking van de Villa aan de Belgische Staat in 1937
Deze uitzonderlijke schenking was bedoeld om de villa om te vormen tot een Koninklijk Museum voor Hedendaagse Sierkunst, geleid door een naar Louis Empain genoemde stichting.
Zoals blijkt uit een artikel in de krant Le Soir van 17 september 1937, moest het museum dat in Villa Empain werd ondergebracht, de activiteiten van het Institut Supérieur des Arts Décoratifs de La Cambre voortzetten door, op dat moment nog samen te stellen collecties voor te stellen en tijdelijke tentoonstellingen gewijd aan hedendaagse werken te organiseren.
Het is logisch dat Louis Empain een affiniteit voelde met de in 1927 opgerichte École de La Cambre, want de stichter van dit hoger instituut was niemand minder dan de architect Henry van de Velde, die in 1901 ook de Kunstgewerbeschule in Weimar had opgericht en wiens principes de komst aankondigden van de eerste school van Bauhaus die Gropius in 1917 stichtte. Vanaf 1912 ondernam Henry van de Velde stappen bij de Belgische regering voor de oprichting van een soortgelijk instituut in Brussel. Camille Huysmans, toenmalig minister voor Wetenschap en Kunst, willigde zijn verzoek vier jaar later in door hem het terrein van de oude cisterciënzerabdij van Ter Kameren, aan de Louizalaan, ter beschikking te stellen. Het lerarenkorps kwam er voor het eerst bijeen in 1927 en bestond uit sleutelfiguren uit de Belgische avant-garde die toneel, tekenkunst, toegepaste sierkunst in de kunstnijverheid, textielkunst en architectuur onderwezen.
In 1936 droeg Henry van de Velde de leiding van de school over aan de dichter en toneelschrijver Herman Teirlinck. Het was met die laatste dat Louis Empain dus onderhandelde over het museum dat in zijn villa zou worden ondergebracht. Aan zijn schenking, die de pers unaniem als bijzonder vrijgevig bestempelde, was een uitdrukkelijke voorwaarde gekoppeld, zoals geformuleerd in het koninklijk besluit van 14 april 1938 houdende de exclusieve bestemming van de villa voor een museum waarvan de leiding aan Herman Teirlinck en het voorzitterschap aan Camille Huysmans werden toevertrouwd.