Het jaar 1904 was een belangrijk jaar in de bliksemsnelle carrière van deze industrieel met zijn grenzeloze ambities: Edouard Empain werd toen hoofdaandeelhouder in het kapitaal van de Ateliers de Construction Électrique de Charleroi (ACEC) en ontdekte Egypte, waar hij eigenaar was van de Société des Tramways du Caire. Het was liefde op het eerste gezicht voor dit land, en hij besliste er zijn levensdroom te verwezenlijken: de oprichting van een volledig nieuwe stad, een soort tuinwijk in de woestijn rond de antieke stad Heliopolis. Deze moderne stad, die nu een wijk van Cairo is, blijft een schoolvoorbeeld van stedenbouw en architectuur dat harmonieus art deco, oriëntalisme, de neo-Moorse stijl, monumentale kunst en het comfort van het moderne leven in zich verenigt.
In 1907, twee jaar voor zijn dood, verhief Leopold II Edouard Empain in de adelstand, als erkenning van zijn succes en zijn aanzien. Als baron en, wat later, als Grootofficier in de Orde van Leopold II en als Generaal-Majoor – eretekens die hij kreeg voor de bevoorrading van het Belgische leger die hij tijdens de Eerste Wereldoorlog organiseerde – zette Edouard Empain zijn succesvolle carrière tijdens de jaren 1920 onverdroten voort door zich ook in de chemische nijverheid en in de Congolese mijnen te engageren.
De dood van Edouard Empain, op 21 juli 1929, ging gepaard met een begrafenisplechtigheid met bijna nationale allures. Enkele maanden later werd zijn lichaam overgebracht naar de crypte van de basiliek van Heliopolis, waar grote vlaggen halfstok werden gehangen.
In het najaar van 1929, en ondanks hun jonge leeftijd, stonden Jean en Louis dus ineens aan het hoofd van het immense imperium dat hun vader had uitgebouwd. Onmiddellijk herstructureerden ze de maatschappijen van de familiegroep door de groep Électrorail op te richten. Jean trok zo goed en zo kwaad als mogelijk zijn plan, ondanks zijn woelige leven waarin hij chique feesten en cruises op het jacht Héliopolis afwisselde met avondjes in de bekendste casino’s van Europa. Louis van zijn kant helde naar het andere uiterste over en begon een steeds soberder leven te leiden. Hij ergerde zijn entourage met zijn als socialistisch bestempelde standpunten, die de klemtoon legden op de menselijke verhoudingen en op de solidariteit die er volgens hem tussen de financiële wereld en de arbeiderswereld moest komen.